Wet- en regelgeving —
23 april 2025
Mestverwerkingsplicht voor paardenhouders
Niet elke paardenhouder valt buiten de mestverwerkingsplicht. Zodra de mestproductie hoger is dan de gebruiksruimte op je eigen grond, kun je met deze verplichting te maken krijgen.
In dit artikel lichten we de regels toe voor gespecialiseerde paardenhouderijen.
Wanneer geldt de mestverwerkingsplicht?
Produceren je paarden meer fosfaat dan je op je eigen grond mag plaatsen, dan ontstaat er een bedrijfsoverschot. In veel gevallen volgt daaruit een mestverwerkingsplicht.
Een paar basisregels:
- Plaatsingsruimte: 75 kg fosfaat per hectare grasland en 40 kg per hectare bouwland.
- Fosfaatproductie (norm 2025): 28,6 kg per paard en 13 kg per pony.
- Bij grasland ontstaat een overschot bij gemiddeld meer dan 2,6 paarden per hectare per jaar.
Het percentage van de verwerkingsplicht verschilt per regio:
- Zuid: 59%
- Oost: 52%
- Overig: 10%
Wanneer ben je vrijgesteld?
Veel paardenhouders vallen onder een vrijstelling, maar zeker niet iedereen. Je bent vrijgesteld als één van de onderstaande punten voor jou geldt:
- Klein overschot
Moet je minder dan 100 kg fosfaat verwerken? Dan vervalt de plicht.
(Voorbeeld: bij 150 kg overschot en 52% verwerkingsplicht hoef je de 78 kg niet te verwerken.) - Afvoer naar champignonsubstraatbereider
De afgevoerde kilo’s fosfaat mag je aftrekken van de verwerkingsplicht.
Op de mestbon (rVDM) hoort opmerkingscode 72. - Strorijke mest
Wanneer minstens 90% van de fosfaatproductie komt uit stallen die voor twee derde met stro zijn ingestrooid, vervalt de verwerkingsplicht volledig.
Op elke mestbon hoort opmerkingscode 73. - Regionale afzet van overschot
Bedrijven met een bedrijfsoverschot van maximaal 25% die hun volledige overschot binnen 20 km direct op het land van de afnemer afzetten, krijgen ook volledige vrijstelling.
Hierbij hoort opmerkingscode 71, eventueel aangevuld met code 32.
Meer achtergrondinformatie vind je in het artikel: Mestverwerkingsplicht: regels, vrijstellingen en VVO’s | AR.
Wat moet je doen?
Heb je vrijstelling? Dan hoef je niets te regelen, behalve zorgen dat de juiste opmerkingscodes op je mestbonnen (rVDM) staan.
Heb je wél een bedrijfsoverschot en geen vrijstelling? Dan moet je de mestverwerkingsplicht afdekken, bijvoorbeeld met een Vervangende Verwerkingsovereenkomst (VVO). Deze overeenkomst moet vóór 31 december bij RVO zijn geregistreerd. De kosten zijn meestal beperkt, de boetes bij nalaten niet.
De specialisten van AR Bedrijfsontwikkeling kunnen dit volledig voor je regelen.
Meer weten?
Op onze website Mestbeleid en andere regelingen paardenhouderij | AR vind je meer informatie over regelgeving voor paardenhouders.
Voor vragen kun je contact opnemen met jouw specialist van AR Paard of AR Bedrijfsontwikkeling.
Mailen kan ook: info@ar-bedrijfsontwikkeling.nl, we nemen snel contact met je op.