Vezels haalt je paard uit ruwvoer zoals gras, hooi, kuil of luzerne. In de bovenstaande afbeelding zie je dat het verteren van vezels pas in de dikke darm plaatsvindt. Het verteren van vezels gebeurt met een proces dat fermentatie heet. Tijdens het fermentatieproces zetten micro-organismen zoals bacteriën, schimmels en celculturen (darmflora) de vezels om in energie (vetzuren). Dit is een langdurig klusje en juist deze langzaam vrijkomende vorm van energie is van nature de belangrijkste energiebron voor paarden. Paarden en pony’s verbruiken de uit vezels vrijkomende vetzuren bijvoorbeeld voor het op temperatuur houden van hun lichaam.
Een paard slikt een hap ruwvoer pas door als de vezels van het gras door de kiezen vermalen zijn tot een grootte van tussen de 1 en 4mm lengte en 2mm doorsnede. Dit klinkt heel klein, maar is vergeleken bij de (vezel)deeltjes waaruit een gemiddelde Nederlandse paardenbrok bestaat nog best heel groot.
Vertering van voedingstoffen vindt plaats in de darmen
Veel mensen denken dat in de maag al alle voedingsstoffen uit het voer gehaald worden. En dat de rest van het darmkanaal vooral dienstdoet bij het produceren van de ontelbare hoeveelheid mestballen die je elke dag weer in een kruiwagen gooit. Maar niets is minder waar zoals je hierboven al zag. Een paard verteert juist het grootste deel van de voedingsstoffen pas in de darmen. Die kunnen bij een volwassen paard wel 40 meter lang zijn. Vezels verteert een paard als laatste. Helemaal achteraan in de blinde en dikke darm. Zaak dus dat ook het krachtvoer helemaal tot aan het einde, tot in de dikke darm aan toe verteerd wordt. Hoe meer het krachtvoer qua structuur en vezelgrootte lijkt op gras, hoe groter de kans dat het helemaal tot in de dikke darm en daarmee volledig verteerd wordt. En hoe meer voedingsstoffen het dier daardoor uit de voeding haalt.